Lissese Apotheek

Koninginneweg 87 2161 ZB Lisse Tel:0252 411 850

Medische Encyclopedie

Inhoud

sint-janskruid

Sint-janskruid heeft een antidepressieve werking.

Net als de andere medicijnen tegen depressiviteit beïnvloedt sint-janskruid de lichaamseigen stoffen in de hersenen die een rol spelen bij stemmingen en emoties. Hoe het precies werkt is nog niet helemaal bekend.

Let op! Alleen bij de medicijnen die zijn geregistreerd als geneesmiddel, is de werkzaamheid onderzocht. De kruidenmiddelen met sint-janskruid niet (zie ook de rubriek ‘Hoe te verkrijgen; recept nodig en welke toedieningsvormen’ onderaan deze tekst).

Sint-janskruid wordt gebruikt bij depressie.

Wat doet sint-janskruid en waarbij gebruik ik het?

Depressie

Verschijnselen
Bij depressiviteit is er sprake van een sombere stemming, geen interesse en plezier meer in de dingen van het leven. Iemand die depressief is, voelt zich vaak waardeloos en heeft schuldgevoelens. Ook kunnen depressieve mensen snel geïrriteerd zijn en hebben moeite met inslapen of doorslapen.

Behandeling
Depressieve klachten kunnen worden behandeld met psychotherapie (gesprekken), met medicijnen, of met een combinatie van beide. Uw arts zal samen met u bepalen welke behandeling voor u het beste is. Het hangt vervolgens van uw persoonlijke situatie af en van het soort depressie, met welk medicijn de arts zal starten.

Effect
Mensen met een lichte tot matige depressie blijken zich door sint-janskruid energieker te voelen en vinden dat het hun stemming verbetert.

Werking
Het kan vier tot zes weken duren voor u het positieve effect van sint-janskruid merkt. De eerste weken kunt u wel last krijgen van de bijwerkingen. Stop dan niet met het gebruik, meestal verminderen de bijwerkingen als u gewend bent geraakt aan het medicijn. Vaak verdwijnen ze zelfs.

Lees meer over depressie . “

Wat zijn mogelijke bijwerkingen?

Behalve het gewenste effect kan dit medicijn bijwerkingen geven.

Bijwerkingen treden niet bij iedereen op, maar alleen bij personen die daarvoor gevoelig zijn.
Veel bijwerkingen zijn in de eerste week het meest uitgesproken en nemen daarna af of verdwijnen zelfs. Ze gaan weer over als u met het middel stopt.

De belangrijkste bijwerkingen zijn de volgende:

Zeer zelden (bij minder dan 1 op de 100 mensen)

  • Vermoeidheid

  • Maagdarmklachten, zoals misselijkheid en diarree.

    Dit gaat meestal binnen enkele dagen over, als u gewend bent geraakt aan het medicijn. U heeft minder last van deze bijwerkingen als u het met wat voedsel inneemt. Blijft u er ook na een paar dagen last van houden? Overleg dan met uw arts.

  • Droge mond, doordat u minder speeksel aanmaakt.

    Hierdoor kunnen zich eerder gaatjes in uw gebit ontwikkelen. Poets en flos daarom extra goed als u merkt dat u last heeft van een droge mond. Laat eventueel de tandarts vaker controleren.

  • Duizeligheid, verwardheid, rusteloosheid of hoofdpijn.

  • Tijdelijke seksuele stoornissen, zoals minder zin in vrijen, moeilijke erectie en te late zaadlozing.

    Deze bijwerkingen gaan over als u met het medicijn stopt. Neem contact op met uw arts als u hier last van heeft.

  • Overgevoeligheid voor dit medicijn. U kunt dan huiduitslag of jeuk krijgen.

    In zeldzame gevallen ontstaat er overgevoeligheid voor fel zonlicht of UV-licht van een zonnebank. Stop dan het gebruik en raadpleeg uw arts. Bij allergie mag u sint-janskruid in de toekomst niet meer gebruiken. Geef aan de apotheker door dat u overgevoelig bent voor sint-janskruid. Het apotheekteam kan er dan op letten dat u dit medicijn niet opnieuw krijgt. Let er vooral ook zelf op als u geneesmiddelen zonder recept koopt.

Uitleg frequenties

Regelmatig : bij meer dan 30 op de 100 mensen
Soms : bij 10 tot 30 op de 100 mensen
Zelden : bij 1 tot 10 op de 100 mensen
Zeer zelden : bij minder dan 1 op de 100 mensen

Mag ik sint-janskruid gebruiken met andere medicijnen?

Dit medicijn heeft wisselwerkingen met andere medicijnen. In de tekst hieronder staan alleen de werkzame stoffen van deze medicijnen, dus niet de merknamen. Of uw medicijn een van die werkzame stoffen bevat, kunt u nagaan in uw bijsluiter onder het kopje ‘samenstelling’.

De medicijnen waarmee de belangrijkste wisselwerkingen optreden, zijn de volgende.

  • Sommige medicijnen tegen hiv en hepatitis C. Vraag aan uw apotheker om welke medicijnen dit gaat.
  • Sommige medicijnen tegen kanker. Vraag aan uw apotheker om welke medicijnen dit gaat. De werking en bijwerkingen van deze medicijnen kunnen veranderen. Overleg hierover met uw arts.

Sint-janskruid vermindert de werking van de onderstaande medicijnen. Vertel daarom altijd aan uw arts en apotheker dat u sint-janskruid gebruikt.

Overleg met uw arts of apotheker voordat u deze combinatie gaat gebruiken. Uw arts zal u een ander medicijn voorschrijven, de dosering verhogen, de hoeveelheid van dit medicijn in uw bloed laten controleren of u adviseren te stoppen met sint-janskruid.

Ook als u stopt met het gebruik van sint-janskruid moet u overleggen met uw arts. Soms moet de dosering van de onderstaande medicijnen dan weer worden aangepast.

  • Anticonceptiepil. Sint-janskruid vermindert de betrouwbaarheid van de pil. Hierdoor stijgt de kans op een zwangerschap. Mogelijk mag u geen sint-janskruid gebruiken. Of misschien krijgt u een ander anticonceptiemiddel, zoals een spiraaltje of de prikpil. Als dit niet mogelijk is, kunt u condooms gebruiken. Als u stopt met sint-janskruid, is het effect op de hormonen nog 4 weken aanwezig. Gebruik daarom condooms tijdens en tot en met 4 weken na het stoppen van sint-janskruid.
    Let op: ook de minipil met desogestrel of lynestrenol en het implantatiestaafje worden door sint-janskruid minder betrouwbaar. Dit geldt ook voor de vaginale ring en de anticonceptiepleister. Ook de betrouwbaarheid van de morning-afterpil met levonorgestrel of ulipristal kan verminderd zijn. Dit geldt ook als u sint-janskruid in de afgelopen 4 weken heeft gebruikt. Overleg hierover met uw arts.

Sint-janskruid vermindert ook de werking van de volgende medicijnen.

  • De afweeronderdrukkende medicijnen ciclosporine, everolimus, tacrolimus, temsirolimus en sirolimus. Uw arts zal de dosering hiervan verhogen.
  • De antipsychotica aripiprazol, brexpiprazol, broomperidol, cariprazine, clozapine, haloperidol, lurasidon, quetiapine, risperidon en sertindol.
  • de antistollingsmedicijnen, acenocoumarol en fenprocoumon. De werking van acenocoumarol en fenprocoumon kan afnemen. Meld het aan de trombosedienst als u sint-janskruid gaat gebruiken. Ook als de dosering van sint-janskruid wijzigt of als u stopt met sint-janskruid, moet u de trombosedienst hierover inlichten.
  • De antistollingsmedicijnen apixaban, dabigatran, edoxaban, rivaroxaban en ticagrelor. Overleg hierover met uw arts. Mogelijk schrijft uw arts een ander medicijn voor.
  • Bijnierschorshormonen (corticosteroïden), zoals cortison, dexamethason, hydrocortison, fluticason, prednison en prednisolon. Dit is alleen van belang als u het bijnierschorshormoon meerdere weken moet gebruiken.
  • De cholesterolverlagende medicijnen atorvastatine en simvastatine.
  • de medicijnen tegen depressie buspiron en mirtazepine.
  • Het hartmedicijn digoxine.
  • De medicijnen tegen epilepsie perampanel, topiramaat en zonisamide.
  • Bedaquiline, een medicijn tegen tuberculose.
  • Disopyramide, een medicijn tegen hartklachten.
  • Doxycycline, een antibioticum.
  • Ebastine, een anti-allergiemedicijn.
  • Fesoterodine, een medicijn tegen urine-incontinentie.
  • Guanfacine, een medicijn tegen ADHD.
  • Isavuconazol, een middel tegen schimmelinfecties.
  • Ivabradine, een medicijn tegen pijn op de borst.
  • Kinidine, een medicijn tegen hartritmestoornissen. Bij gelijktijdig gebruik met sint-janskruid kunnen de hartklachten weer erger worden.
  • De maagzuurremmers esomeprazol en omeprazol. U mag bij deze medicijnen geen sint-janskruid gebruiken.
  • Macitentan, een middel tegen pulmonale arteriële hypertensie (hoge bloeddruk in de longen).
  • Mefloquine, een medicijn tegen malaria.
  • Methadon, een medicijn tegen hevige pijn en tegen verslaving. Als u start met mitotaan kunt u ontwenningsverschijnselen krijgen.
  • De medicijnen tegen misselijkheid en braken aprepitant, fosaprepitant en netupitant.
  • De pijnstillers fentanyl en oxycodon. Overleg met uw arts als uw pijnklachten terugkomen.
  • De medicijnen tegen reuma of andere chronische ontstekingen tofacitinib en upadacitinib.
  • De slaap- en rustgevende medicijnen alprazolam, midazolam, zolpidem en zopiclon.
  • Theofylline, een luchtwegverwijder. Hierdoor kunnen de klachten van benauwdheid toenemen.
  • Tolvaptan, een medicijn gebruikt bij nierziekte.
  • Ulipristal gebruikt bij vleesbomen in de baarmoeder. Overleg hierover met uw arts.
  • Verapamil, een medicijn tegen angina pectoris.
  • Voriconazol, een antischimmelmedicijn. Gebruik geen sint-janskruid als u voriconazol gebruikt.

Twijfelt u eraan of een van de bovenstaande wisselwerkingen voor u van belang is? Neem dan contact op met uw apotheker of arts. Vertel uw arts altijd dat u sint-janskruid gebruikt.

Kan ik met dit medicijn autorijden, alcohol drinken en alles eten of drinken?

autorijden?
Meestal heeft dit medicijn geen effect op de rijvaardigheid. Autorijden is dan geen probleem. Maar het kan zijn dat u als u dit medicijn gebruikt, wat vermoeid, duizelig of verward bent. Heeft u hier last van? Dan kunt u beter niet autorijden.

Let op: ook depressiviteit kan een reden zijn dat u niet mag autorijden. Overleg met uw arts of dat bij u het geval is. Wilt u meer informatie over autorijden bij bepaalde aandoeningen? Kijk dan op de website van het CBR.

Voor meer algemene informatie kunt u het thema ‘Medicijnen in het verkeer‘ lezen. In dit thema leest u bijvoorbeeld wat de wet zegt over medicijnen in het verkeer. Ook vindt u adviezen waarmee u rekening moet houden als u wel (weer) mag autorijden.

alcohol drinken en alles eten?
Er zijn voor dit medicijn geen beperkingen bekend.

Mag ik dit medicijn gebruiken als ik zwanger ben, wil worden of borstvoeding geef?

Zwangerschap
Gebruik dit medicijn alleen in overleg met uw arts. Weeg met uw arts de ernst van uw aandoening af tegen het risico van dit medicijn voor het kind. Er zijn niet veel zwangere vrouwen die dit medicijn hebben gebruikt. Daarom is niet zeker wat de risico’s zijn voor zwangere vrouwen en hun kind. Wel is bekend dat het kind ontwenningsverschijnselen kan krijgen na de geboorte. Dit merkt u aan trillen, een onregelmatige ademhaling, slecht drinken en hard huilen.

Maar soms kan het ook schadelijk voor de baby of voor u zijn, als uw aandoening niet zo goed mogelijk behandeld wordt. Zo kunnen depressieve klachten ook schadelijk zijn voor de moeder en het kind. Stoppen met dit medicijn als u al zwanger bent wordt dan meestal niet aangeraden. Overleg daarom met uw arts over de voor- en nadelen.

Heeft u een kinderwens? Overleg dan eerst met uw arts. Misschien kan uw arts u een ander medicijn voorschrijven, waarmee meer ervaring is bij zwangeren.

Borstvoeding
Wilt u borstvoeding geven, overleg dan met uw arts. U kunt dit medicijn beter NIET gebruiken als u borstvoeding geeft. Dit medicijn komt in een kleine hoeveelheid in de moedermelk. Het kan schadelijk zijn voor de baby. Misschien kunt u overstappen op een ander medicijn. Een medicijn waarvan wel bekend is dat u het veilig kunt gebruiken.

Hoe gebruik ik dit medicijn?

Kijk voor de juiste dosering op het etiket van de apotheek of in de bijsluiter.

Wanneer?
Het beste kunt u vaste tijdstippen kiezen, dan vergeet u minder snel een dosis. Bijvoorbeeld ’s ochtends na het ontbijt.

Hoe lang?
Na 4 tot 6 weken kunt u een verbetering van de stemming verwachten. Merkt u na die periode te weinig effect dan heeft voortzetting van het gebruik waarschijnlijk geen zin.

Terug naar overzicht